Tweeluik: Wat is er nodig om de interne politieorganisatie te versterken?

Maxim hopman Mupy Xf276pk unsplash

Wat is de plaats van de Nederlandse politie in de samenleving? Welke rol, positie en inrichting werkt het beste - en voor wie? Willen wij als burgers ‘oom agent’ als onze beste vriend, of als strenge diender die autoriteit uitstraalt en respect afdwingt? En hoe draagt de organisatie zorg voor haar eigen mensen?

Al sinds de oprichting van ons bureau in 1982 helpt AEF de Nationale Politie om antwoorden te formuleren op dit soort vragen. In het tweede deel van dit tweeluik is AEF’er, bedrijfskundige en oud-secretaris bij de monitoringscommissie voor de Landelijke Eenheid Carlijn van Helmond aan het woord. Zij vertelt over haar ervaringen met het werken voor de politie, en wat er volgens haar nodig is om de interne politieorganisatie te versterken en de werkcultuur en mentale weerbaarheid van politiemensen te vergroten.

'Het is goed dat de organisatie inmiddels veel meer luistert naar de behoefte van medewerkers. Om te handelen vanuit vertrouwen; dat is als werkgever zo belangrijk.' 

Werken bij de politie kan zowel fysiek als mentaal behoorlijk belastend zijn. Toch is de (mentale) weerbaarheid van politiemedewerkers pas de afgelopen jaren echt een thema geworden, zowel binnen als buiten de politieorganisatie. ‘Het zware karakter van het politiewerk heeft veel invloed op de manier van werken binnen de organisatie, maar ook op de mens achter de politiemedewerker’, zegt Carlijn. 'Gelukkig is PTSS inmiddels officieel erkend als beroepsziekte. Met onze ondersteuning heeft de politie in 2022 bovendien hard gewerkt aan het ontwikkelen van een nieuw zorgstelsel voor de eigen medewerkers.’ Het nieuw ontwikkelde Programma Speciale Aandacht en Zorg (SpAZ) verbetert de zorg en begeleiding voor politiemensen die te maken krijgen met beroepsgerelateerd letsel.

Mentale weerbaarheid

Carlijn: ‘Ik vind het positief dat mentale weerbaarheid en de zorg voor medewerkers steeds hoger op de agenda komen binnen de politie. Dat helpt niet alleen om te voorkomen dat mensen uitvallen, maar ook om goed en zorgvuldig om te gaan met mensen die wel te maken krijgen met beroepsgerelateerd letsel. De gesprekken die ik voor de ontwikkeling van SpAZ met politiemedewerkers heb gevoerd, hebben diepe indruk op mij gemaakt. Het letsel dat zij hadden opgelopen, had vaak zoveel impact op hun leven. Het is goed dat de organisatie inmiddels veel meer luistert naar de behoeften van medewerkers. Om te handelen vanuit vertrouwen; dat is als werkgever zo belangrijk. Tegelijkertijd moet er de komende jaren nog een aantal belangrijke stappen worden gezet, zoals het voorkomen van ellenlange juridische procedures na uitval van een politiewerker door een beroepsziekte.'

Hoe doe je dat eigenlijk als adviseur, de politieorganisatie ondersteunen bij een programma als SpAZ? ‘We beginnen altijd met goed luisteren’, vertelt Carlijn. ‘Horen waar de verschillende behoeftes liggen en alle perspectieven op een rijtje zetten. Waar mogelijk lopen we eerst met medewerkers op de werkvloer mee, omdat zij in veel gevallen echt de experts zijn. Als je oprecht geïnteresseerd bent in medewerkers om te horen wat ze denken, vinden en voelen, dan levert dat de meest waardevolle informatie en perspectieven op. Na de gesprekken en een eventuele documentanalyse volgt meestal onze eigen analyse van wat er nodig is.’

'Er komt nogal wat op politiemedewerkers af deze dagen. Iedereen vindt en verwacht wat van je. Maar in mijn ervaring zijn het stuk voor stuk enorm toegewijde en betrokken mensen, die zelf heel graag mee willen denken over wat er allemaal beter kan. Dat maakt ook dat ik vanaf mijn start bij AEF in 2018 graag voor de politie werk.'

Screen Shot 2024 07 18 at 17 22 00
'Je wil een organisatiecultuur realiseren waarin je samen een sfeer creëert waar reflectief vermogen en kritisch meedenken gestimuleerd worden.’
Carlijn, Adviseur

Transitie op de werkvloer

Medio 2022 kondigde de minister van Justitie en Veiligheid op advies van de externe Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid maatregelen aan die moeten leiden tot een structurele verandering van de werk- en leiderschapscultuur binnen de politieorganisatie.

Bovendien adviseerde de commissie om de Landelijke Eenheid van de politie op te splitsen in twee nieuwe eenheden. Sinds 1 januari 2024 zijn deze twee nieuwe eenheden in werking. Vanaf 2023 zijn de Landelijke Eenheden ook gestart met interventies in cultuur en leiderschap. Carlijn was als secretaris verbonden aan de commissie die deze transitie in opdracht van de minister monitorde (zie kader). Deze commissie liep tot de zomer van 2024, in de komende periode wordt de monitoringstaak overgedragen aan de Inspectie van Justitie en Veiligheid.

Carlijn: ‘Naar aanleiding van het eerdere advies van de commissie, voeren politiemedewerkers bij de Landelijke Eenheden steeds meer gesprekken met elkaar over hoe ze willen dat er met elkaar wordt samengewerkt. Maar ook over wat ongewenst gedrag is en hoe je dat als organisatie goed en effectief kunt aanpakken. Ik vind het ontzettend belangrijk dat deze ontwikkeling is ingezet.'

Doel is om een werkcultuur te creëren waarin mensen elkaar kunnen aanspreken op zaken die goed gaan, maar óók op wat er minder goed gaat. Carlijn: ‘Zodat je samen een sfeer creëert waarin er ruimte is om te leren en waarin kritisch meedenken gewaardeerd en gestimuleerd wordt.’

53641294772 fb2556cb9e k 2

Cultuuromslag in de praktijk

Carlijn: ‘Ik merkte in de afgelopen periode dat er nog wel wat voor nodig is om deze transitie echt voelbaar te maken en duurzaam vorm te geven. Er zijn teams die echt van ver moeten komen, bijvoorbeeld omdat er nog oud zeer zit. Soms schuurt het en is het zoeken. Een cultuurverandering kost nu eenmaal tijd. Het concreet vertalen van de doelstellingen naar nieuwe manieren van organiseren en een andere werkcultuur vraagt veel overtuiging, tijd en doorzettingsvermogen. Maar het is echt essentieel om hier nu belangrijke stappen in te gaan zetten. Dat is ook wat de commissie concludeerde in haar eindrapport van de afgelopen zomer.’

Als secretaris van de commissie Schneiders had Carlijn in het bijzonder oog voor wat de mensen op de werkvloer merkten en vonden van deze transitie en de maatregelen die de politieleiding nam. ‘Ik probeerde ervoor te zorgen dat de commissieleden wisten wat er speelde op de werkvloer en dat we daar met zoveel mogelijk medewerkers over spraken’, vertelt Carlijn. ‘Als we bepaalde signalen kregen vanuit de organisatie, dan zorgde ik dat we die oppakten en dat er een afspraak kwam.’

‘Tegelijkertijd vraagt deze transitie ook om eigenaarschap en betrokkenheid vanuit de medewerkers zelf, óók in de komende jaren waarin de transitie verder wordt voortgezet. In de commissie hebben we geconcludeerd dat het top-down doorvoeren van veranderingen niet past bij een cultuurverandering zoals deze; het kan geen verantwoordelijkheid zijn van ‘de leiding’ alleen. Dat vraagt ook een omslag in de houding en het vertrouwen van medewerkers zelf, en dat is best een uitdaging. Maar als er zichtbare stappen worden gezet en er ruimte is om zaken met elkaar uit te proberen, dan ontstaat er hopelijk een gedragen groei. Vanuit mijn rol als adviseur hoop ik een steentje bij te kunnen dragen aan deze belangrijke beweging.'   

53646853035 c92fb79484 k

De commissie Schneiders

Tussen september 2022 en juli 2024 was Carlijn secretaris van de monitoringscommissie voor de Landelijke Eenheid (LE), ook wel ‘de commissie Schneiders’ genoemd. De commissie Schneiders was aanvankelijk een adviescommissie, die de minister van Justitie en Veiligheid adviseerde over wat er nodig was om de situatie binnen de LE te verbeteren en de LE toekomstbestendig te maken. De verschillende signalen en onderzoeken die binnenkwamen over een onveilige werksfeer en een gebrek aan effectieve samenwerking tussen de verschillende afdelingen waren aanleiding voor het oprichtingen van de commissie.

De commissie wijdde het ontstaan van de problemen onder meer aan de organisatiestructuur van de LE. Ze adviseerde 'de huidige LE-organisatie, met een té grote hoeveelheid té diverse taken in een knellende structuur, niet te handhaven'. Een van de aanbevelingen was daarom om 'door middel van een herordening van de bestaande taken twee nieuwe, gelijkwaardige eenheden te vormen met elk een samenhangend takenpakket en een meer helder omlijnde rol en onderscheidende identiteit'. Daarnaast moet er een cultuuromslag komen: zowel op de werkvloer als de manier waarop er leiding wordt gegeven (zie tekst).

Voormalig minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid nam het advies van de commissie over en gaf daarmee het startschot voor de overgang van de Landelijke Eenheid in twee verschillende eenheden: de Eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX) en de Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies (LO). Na het afronden van haar eindadvies bleef er vanuit de Tweede Kamer de behoefte aan een onafhankelijke commissie. Op verzoek van de minister werd de commissie Schneiders daarom de 'monitoringscommissie voor de Landelijke Eenheid', die de afgelopen periode de voortgang van de transitie monitorde.  

Carlijn: 'De commissie was een tijdje de ‘buitenboordmotor’ voor de transitie binnen de LE. We monitorden de veranderingen en maatregelen die werden ingezet en volgden vooral ook hoe de werkvloer daarop reageerde. Als secretaris was ik de adviseur en ondersteuner van de commissie. Ik adviseerde de commissie over inhoudelijke zaken en ik schreef de monitoringsrapportages. Daarnaast bereidde ik onze activiteiten en bijeenkomsten voor. Na de zomer van 2024 wordt de monitoring van de transitie overgedragen aan de Inspectie van Justitie en Veiligheid. Ik hoop van harte dat het lukt om de transitie op een goede manier voort te zetten en de Landelijke Eenheden verder te ontwikkelen tot twee toekomstbestendige eenheden.'

Deze zoekopdracht heeft geen resultaten opgeleverd. Probeer het met een andere zoekterm