Het moet anders, in de jeugdzorg en binnen de ggz. Dáár is vriend en vijand het over eens. Maar wat is haalbaar? Adviseur en associate partner Aukje Hilderink werkt namens AEF aan verschillende projecten in de jeugdzorg en de ggz op zowel stelsel-, organisatie- als uitvoeringsniveau. Hoe kijkt zij naar de problemen die er spelen en de perspectieven voor de toekomst? Een gesprek over een overbelast systeem, hokjesdenken en de collectieve maakbaarheidsgedachte.
Twee belangrijke gemene delers
Aukje: 'Er is nogal wat aan de hand in de jeugdzorg en de ggz. Op allerlei niveaus. Het liefst verzin je vandaag een oplossing die morgen alle problemen wegneemt. Maar die ene oplossing bestaat niet. Dat is het lastige van de fase waarin we zitten; niemand weet heel precies hoe en in welke volgorde we alle problemen moeten tackelen. Toch zie ik op stelselniveau twee belangrijke gemene delers.'
'De eerste: we zijn niet altijd effectief genoeg in wat we doen. Te vaak nog krijgen kinderen en volwassenen niet de juiste hulp op het juiste moment. In een van mijn projecten kwam ik een voorbeeld tegen van een cliënt met een verstandelijke beperking die suïcidaal werd. Suïcidaliteit valt onder ggz-problematiek en daarom zou deze patiënt tijdelijk naar een ggz-instelling moeten. Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen: omgaan met suïcidaliteit vraagt om expertise. Maar voor iemand die juist gebaat is bij voorspelbaarheid, die het echt nodig heeft om te begrijpen wat er gebeurt, is het heel heftig om weg te gaan uit diens vertrouwde omgeving. Dat kan iemands situatie juist ook verslechteren.'
'Kijk, wat je dan zou willen, is een goede, snelle samenwerking tussen de instelling en een psychiater met gevoel voor deze doelgroep. Op zo’n moment moeten specialist en generalist elkaar snel kunnen vinden, hun lijntjes moeten kort zijn. Dat gaat nu niet goed. Op het moment dat een patiënt in twee verschillende ‘hokjes’ valt, raakt het systeem in de knel. Want wie betaalt dan wat? Bovendien ligt er niet overal een effectieve samenwerkingsstructuur.'
'Ik zeg niet dat die hokjes nergens goed voor zijn. Een enkelvoudige depressie kan prima in de ggz worden behandeld, terwijl specialisatie helpt om complexe problemen te doorgronden. Ik pleit er ook niet voor om alle zorg onder te brengen bij één aanbieder. Maar we moeten de samenwerking echt beter gaan faciliteren.'
Grenzen aan de maakbaarheid
'De tweede gemene deler die ik zie: het systeem is overbelast. Dat veroorzaakt allerlei problemen, met allerlei nare gevolgen voor jongeren, ouders en professionals. Die overbelasting moet eruit. De oplossing ligt niet in het aannemen van meer personeel, want dat is er niet. Meer geld is ook geen haalbare oplossing voor de lange termijn. Daarvoor zijn de tekorten te groot.'
'De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we selectiever moeten worden aan de poort. Er zit een grens aan wat we als systeem, als samenleving en als professionals kúnnen oplossen. Natuurlijk moet je alles op alles zetten om zeker jonge mensen op weg te helpen naar een leven dat mooi en stabiel genoeg gaat zijn. Maar dan nog zullen er klachten en problemen blijven die we niet kunnen oplossen.'
'Dat is de realiteit: niet alle aandoeningen zijn oplosbaar; en aan de andere kant gaan sommige problemen ook vanzelf weer over. Daarbij komt bij dat we inmiddels weten dat een (gesloten) setting mensen meer schade toebrengt dan dingen oplost. Het is heel wrang om te zeggen, maar soms is niets doen beter.'
Dirk de Wachter
'De Belgische psychiater Dirk de Wachter schrijft mooi over dit thema; hij stelt dat onze generatie niet meer weet hoe we ongemak moeten verdragen. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Het leven kan heel zwaar zijn en is niet altijd leuk. Maar dat betekent niet dat geluk of (mentale) gezondheid maakbaar is.'
'Bij medische aandoeningen lijken we dat makkelijker te kunnen accepteren. Soms is iemand ‘uitbehandeld’ en kan een medisch professional niets meer voor je doen. Dat accepteren we en er is steeds meer ruimte om het ook in die situaties te hebben over een zo goed mogelijke kwaliteit van leven, los van behandeling. Maar mentale issues lijken we wél per se te willen oplossen.'
'Ik ben opgegroeid in de jaren ’90, de collectieve manier van denken was dat alles kon. Als je maar goed genoeg je best deed, kon je alles worden wat je wilde. We vergaten de factor geluk. Die manier van denken zie ik soms ook terug bij jongere collega’s. We hebben onrealistische verwachtingen van onszelf.'
'De realiteit is dat voor heel veel mensen lang niet alles in het leven lukt. Dat betekent niet dat je hebt gefaald; het leven is gewoon niet maakbaar. Verdriet en ongemak horen erbij, en we hebben anderen nodig om ons daarbij te steunen, het liefst in een zo ‘gewoon’ mogelijke omgeving. Maar in een tijd waarin het leven steeds individueler en digitaler is geworden, is dat laatste wel een veel grotere opgave.'
Onder druk wordt alles vloeibaar
'Ik hoop dat dit een overgangsfase is voor zowel de jeugdzorg als de ggz. Ik hoop dat het ons lukt om de hulp effectiever te organiseren voor mensen die echt hulp nodig hebben en om de samenwerking tussen generalisten en specialisten beter vorm te geven. Ik hoop ook dat we meer gaan luisteren naar de verhalen en het perspectief van ervaringsdeskundigen zelf. Dat gebeurt gelukkig al veel meer dan vroeger. Dat vind ik ontzettend zinvol; je kunt eigenlijk geen besluiten nemen over een systeem dat gericht is op het helpen van jongeren zonder met die jongeren zelf te praten.'
'Fundamentele veranderingen komen altijd met pijn. Dat is de pijn die nu gevoeld wordt, denk ik. We staan op een kantelpunt waarin we het even niet precies weten - een wezenlijke fase in elk transformatieproces. We weten dát het beter moet, maar kennen nog niet alle antwoorden. En ondertussen zijn mensen vaak in de war en worden ze boos op elkaar. Maar onder druk wordt alles vloeibaar. Ik hoop echt dat we over twintig jaar terugkijken en kunnen zeggen dat we toen, in 2023-2024, zijn begonnen om het fundamenteel beter te gaan doen.'
Lees ook Aukje’s artikel: Tien tips voor jeugdhulpaanbieders: hoe blijf je financieel gezond? https://www.aef.nl/artikelen/1...
Interview: Sonja Alferink en Merel Scheltema
Tekst: Sonja Alferink
Foto's: Frank van der Most