David Schelfhout deed onderzoek naar de schadeafhandeling door de overheid van de gaswinning in Groningen en de watersnood in Zuid-Limburg. Hij schreef een artikel over de parallellen die hij zag in beide projecten, waarna de gemeente Utrecht hem vroeg mee te kijken met de hersteloperatie van de werfkelders in de stad. Een bijzonder project, met een complexe voorgeschiedenis en een uniek historisch karakter.
David: 'In Groningen en Limburg liepen overheid en burger vast in een tragiek van goede bedoelingen. Mijn belangrijkste advies in Utrecht was: kijk niet terug, maar kijk vooruit. Voorbij de strijd, voorbij de vraag wie voor welke schade verantwoordelijk is. Het gaat om de vraag: wat is er nodig om de schade te herstellen?'
Historisch. Uniek. En een bron van conflict.
De Utrechtse werfkelders zijn uniek in de wereld. Letterlijk. Utrecht is de enige stad waar ze te vinden zijn; de monumentale opslagruimtes die oorspronkelijk werden gebouwd als tunnels. Die moesten het makkelijker maken om handelswaar te verslepen van de kade naar de kelders van de pakhuizen aan de oever van de gracht. 800 jaar later bestaan ze nog steeds en zijn ze eigendom van particuliere huiseigenaren, die de kelders hebben omgedoopt tot B&B, café, restaurant of club.
Één probleem: de eeuwenoude werfkelders kwamen niet ongeschonden door de tijd. 'De schuld van de gemeente', zeggen de particuliere eigenaren. Want bóven de kelders ligt een openbare weg. En daar heeft, volgens hen, veel te lang veel te zwaar verkeer overheen geraasd, zonder deugdelijke handhaving van de gemeente. Met als gevolg: flinke lekkages, scheuren en verzakkingen. 'Ja', erkent de gemeente, dat kwam mede als gevolg van het zware verkeer op de grachten. 'Maar dat kan in deze eeuwenoude panden onmogelijk de énige oorzaak zijn.'
Daar lag de angel van een conflict, de kern van een complex dilemma. Want wie is nu precies waarvoor verantwoordelijk? De kelders zijn eigendom van hun eigenaren, maar de aangrenzende muren zijn van de gemeente. Net als de openbare weg. Een particuliere woonomgeving, historisch erfgoed en gemeentelijke trots ineen. Wie bepaalt, met welke pet op, wat de oorzaak is van de schade en wie moet betalen voor het kostbare herstel?
De risicofactoren bij schadeafhandeling
'Er speelde nogal wat in Utrecht', vertelt David een paar maanden nadat hij zijn bevindingen en aanbevelingen met de gemeenteraad heeft gedeeld. 'Er was veel kritiek op de gemeente als 'nalatige buurman'. Bij de eigenaren leefden er vooral veel zorgen over het financiële stuk. De gemeente had verbetering beloofd en daarom had het projectteam een nieuwe aanpak bedacht. De programmadirecteur belde mij of ik naar aanleiding van mijn ervaringen in Limburg en Groningen ook mee kon kijken bij deze hersteloperatie. Ze wilden weten of ze op de goede weg waren en welke risico’s ze moesten vermijden.'
In een artikel op Platform O heeft David een viertal risicofactoren onderscheiden die zowel bij de afwikkeling van de aardbevingsschade in Groningen als bij de overstromingen in Zuid-Limburg zijn misgegaan.
Wat ging er goed in Utrecht?
'Mijn overall
conclusie was dat de gemeente op de meeste punten goed op weg is', zegt David. 'Bij het herstellen van de kelders kijken ze vooruit in plaats van terug. De vraag is niet: wie is aansprakelijk voor deze schade en moet betalen voor herstel? In plaats daarvan is de insteek: hoe komen we hier samen uit en lossen we dit op? Dat is veel effectiever dan vervallen in een welles-nietes-discussie over wie waarvoor verantwoordelijk is met alle juridische strijd die daar bij komt kijken.'
Wat hielp, was dat er in Utrecht sprake is van parallelle belangen. ‘Dat is echt anders dan in Groningen’, vertelt David. 'Want niet alleen de keldereigenaren, maar ook de gemeente Utrecht heeft direct belang bij het herstel van haar werfkelders, de historische trots van de stad. Het herstellen van de kelders is voor beide net zo belangrijk.'
Twee belangrijke punten die in Groningen en Zuid-Limburg misliepen, kloppen in Utrecht wél, vertelt David. Het juridische kader sluit beter aan op het doel van de hersteloperatie en de communicatie is transparant. David: 'In Zuid-Limburg zijn er door politici hele hoge verwachtingen gecreëerd, zonder dat er een wet bestond die de beloftes in de praktijk kon waarmaken. In Utrecht is de toon -inmiddels- anders: de gemeente geeft aan al doende te willen leren, roept eigenaren op om mee te denken en het samen te doen - en wat er is beloofd, wordt nagekomen.'
Wat kon er beter?
David: 'De gemeenteraad had gevraagd om onderzoek te doen naar compensatie via een bewijsvermoeden: een omkering van de bewijslast. Daarbij moet niet de burger maar de overheid bewijzen dat bepaalde schade door de ander is veroorzaakt. Maar net als in Groningen kom je volgens mij dan toch terecht in een frame van aansprakelijkheid.' Met als gevolg dat overheid en burger alsnog tegenover elkaar komen te staan, bijvoorbeeld in de rechtszaal. Een recept voor strijd en níet effectief. David: 'Mijn advies was daarom: haal de strijd eruit en zorg voor een pragmatische verdeling van de kosten.'
Over die kosten gesproken: in de afgelopen testfase was het beleid dat gemeente en eigenaar de eerste €50.000 van de kosten voor het herstel fifty-fifty verdelen (zie kader hieronder). Voor de kosten die daar bovenop komen, heeft de gemeente afgesproken 90 procent te betalen in situaties waarin niet zeker is wie verantwoordelijk is voor de ontstane schade. Zo wordt voorkomen dat er veel geld opgaat aan onderzoek naar wat de oorzaak is van de schade en wie daarvoor aansprakelijk is, in plaats van dat geld te besteden aan het daadwerkelijke herstel van de kelders.'
'De subsidieregeling schrijft voor dat eigenaren zelf 25.000 euro uittrekken voor het waterdicht maken van hun werfkelder, vanuit de gedachte is dat álle eigenaren van kelders een dergelijk bedrag een keer in de zoveel tijd kwijt zijn aan het onderhoud van hun kelder.'
'De gemeente betaalt de andere helft van de eerste 50.000 euro. Van de kosten boven de 50.000 euro, die kunnen oplopen tot een paar ton, neemt de gemeente, in de meeste gevallen, 90 procent van de kosten voor haar rekening.'
Ontzorgen van eigenaren
David's belangrijkste punt voor de gemeente was de 'ontzorging' van de eigenaren. Kostenposten inschatten, offertes opvragen, vergunningen aanvragen, het aansturen van een aannemer, beslissingen nemen: het is nogal wat. Niet iedereen is in staat om daarin te kunnen navigeren. 'In Groningen en Zuid-Limburg heb ik gezien dat veel mensen vastliepen in het proces omdat er te veel op hun bordje kwam', vertelt David.
'Voor veel mensen is het lastig en spannend om zo'n proces te managen. In Utrecht zag ik dat ook gebeuren. Eigenaren vinden het spannend om beslissingen te nemen in het bouwproces; het gaat toch om historische bouwwerken. Ook hier verwacht de overheid soms dingen die mensen niet kunnen waarmaken.'
Op basis van David's rapport heeft de gemeente aangekondigd de eigenaren hierin meer te gaan ondersteunen. Eigenaren kunnen hulp krijgen van ambtenaren van de gemeente bij het aanvragen van de subsidie. Bovendien kunnen ze nu ook subsidie aanvragen voor een directievoeder die namens hen de aannemer aanstuurt.
Voor David was dit project, in 'zijn' Utrecht, een bijzondere ervaring. 'Ik fiets zelf regelmatig over die grachten', vertelt hij. 'Het is prachtig om van dichtbij te zien wat er gebeurt en om bij te dragen aan het behoud van dit kostbare erfgoed in mijn eigen stad.'
'Bijzonder was ook dat ik vroeg in het proces kon meekijken. Het was geen evaluatie achteraf en daarom kon ik echt meedenken en de aanpak helpen verbeteren.'
'Bovendien, besluit David, 'is het erg waardevol om de kennis die we in andere projecten hebben opgedaan, op deze manier te delen en in te zetten. Ik denk dat we dat als AEF veel vaker moeten doen.'
Zie ook David’s artikel op Platform O, over de schadeafhandeling in Groningen en Zuid-Limburg. https://platformoverheid.nl/ar...
Interview: Sonja Alferink en Merel Scheltema
Tekst: Sonja Alferink
Foto's: Frank van der Most
'David heeft niet alleen een hele goede analyse gemaakt, maar die ook goed en helder gepresenteerd. Hij heeft een goed beeld gevormd van de aanpak van het Wervengebied en een goede vergelijking gemaakt met de lessen uit de schadeafhandeling in Groningen en Limburg.'
'Hij heeft goed richting gegeven aan het gesprek over de complexiteit en over de keuze voor vergoeding van schade of juist toekomstgericht financieel bijdragen aan de oplossing. Daarmee gaat het gesprek meer over de bedoeling van het programma wervengebied: herstel van erfgoed en het invullen van zorgplicht en burenplicht.'
Eelko van den Boogaard - Programmadirecteur wervengebied, gemeente Utrecht