Evaluatie van de Transitie Autoriteit Jeugd
Dat ieder kind in Nederland gezond en veilig opgroeit is jammer genoeg geen vanzelfsprekendheid. Goede jeugdhulp is daarom van niet te onderschatten belang.
Op 1 januari 2015 trad de Jeugdwet in werking, waarmee de jeugdhulp is gedecentraliseerd. Het doel van de wet is jeugdhulp meer integraal, effectiever en goedkoper te organiseren. Daarvoor was noodzakelijk dat gemeenten en aanbieders goede afspraken maakten over de beschikbaarheid van jeugdhulp. Wanneer het maken van afspraken niet lukte kon de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) adviseren en bemiddelen. De TAJ is ingesteld voor een beperkte periode, van 2014-2018 en had als taak de continuïteit van zorg voor jeugdigen en gezinnen te helpen borgen. De TAJ had bovendien de taak te voorkomen dat vormen van hulp die niet gemist kunnen worden, behouden zouden blijven.
Ministerie van VWS
In opdracht van het ministerie van VWS evalueerde AEF de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de TAJ. AEF concludeert dat de TAJ in overwegende mate doeltreffend en doelmatig is geweest in het realiseren van beleidsdoelen. Zowel de subsidie-adviezen als de bemiddeling tussen gemeenten en zorgaanbieders droegen bij aan het realiseren van zorgcontinuïteit. De interventies van de TAJ hebben maar in beperkte mate geleid tot duurzame effecten in een goede organisatie van het landschap van jeugdhulp. AEF formuleert vier belangrijke lessen voor toezicht in het jeugdstelsel. Zo blijft er een hulpstructuur nodig die bij kan dragen aan een ordelijk verloop van de stelselverandering.
Andersson Elffers Felx, Evaluatie Transitie Autoriteit Jeugd (2014-2018), 18 december 2019