Prognosemodel: welke regio's krijgen te maken met een huisartsentekort?
Huisartsen spelen een sleutelrol in onze gezondheidszorg. Maar de vraag naar huisartsenzorg neemt de komende jaren fors toe, terwijl het aantal beschikbare zorgprofessionals afneemt.
Maar waar ontstaan de grootste tekorten? En over hoeveel fte’s aan huisartsen, doktersassistenten en praktijkondersteuners hebben we het dan?
AEF heeft voor Huisartsenorganisatie Noord-Kennermerland (HONK) een prognosemodel ontwikkeld waarmee precies te voorspellen is waar de tekorten kunnen ontstaan en hoeveel fte er de komende jaren nodig is om de huisartsenzorg in de regio toegankelijk te houden. Projectleider Irene van de Hoef vertelt waarom dit model bijdraagt aan het terugdringen van het huisartsentekort.
Wat was de vraag vanuit huisartsenorganisatie HONK?
Irene van de Hoef: ‘HONK vroeg ons om een ‘kwantitatief regiobeeld’ op te stellen voor de ontwikkelingen in zorgvraag en -aanbod van huisartsenzorg voor de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heiloo, Dijk en Waard en Warmenhuizen.’
Jullie hebben zelf een prognosemodel ontwikkeld. Wat laat dat model zien?
‘Om een beeld te krijgen van waar de knelpunten liggen, hebben we een prognosemodel ontwikkeld. Ons model combineert gegevens over de verwachte zorgvraag van inwoners met gegevens over het verwachte aantal beschikbare fte's van huisartsen, doktersassistenten en praktijkondersteuners per gemeente. Deze gegevens zetten we tegen elkaar af en zo kunnen we per gemeente heel mooi laten zien waar er een tekort aan huisartsen of andere zorgprofessionals kan gaan ontstaan.’
Welke maatregelen kan deze regio treffen om de tekorten tegen te gaan?
‘Uit de prognoses bleek dat er in deze regio met name grote tekorten kunnen ontstaan in Alkmaar en Dijk en Waard. Het model geeft een gedetailleerd beeld per gemeente en per professional binnen de huisartsenzorg, waardoor er heel gericht naar oplossingen kan worden gezocht. Ze kunnen zelfs in het model toetsen hoe een bepaalde maatregel uitpakt voor het tekort. HONK gebruikt het prognosemodel ook als gespreksinstrument tijdens bezoeken aan huisartsenpraktijken. Samen kan er laagdrempelig worden gekeken hoe HONK de praktijk kan ondersteunen om een (dreigend) tekort te verkleinen.’
Jullie hebben nadrukkelijk ook gekeken naar het aandeel patiënten dat buiten het verzorgingsgebied woont. Waarom?
‘Voor huisartsen is dat belangrijke informatie, omdat huisbezoeken daar meer tijd kosten. Als je al een tekort aan fte’s hebt, dan is het goed om in beeld te hebben hoeveel patiënten buiten het eigen verzorgingsgebied van de huisarts wonen.
Het prognosemodel helpt om te bepalen hoeveel tijd het zou schelen om alleen patiënten binnen het eigen verzorgingsgebied te bezoeken en laat zien welke praktijken daar het meest baat bij zouden hebben. Het model laat ook zien welke praktijken in dat geval het beste patiënten zouden kunnen uitwisselen.’
Hoe kijk je terug op het proces? Ben je zelf tevreden over de meerwaarde die het model kan bieden?
‘We zijn absoluut tevreden met het eindresultaat. Het model is gebruiksvriendelijk, ziet er professioneel uit en biedt écht aanvullend inzichten voor de regionale huisartsenorganisatie. Als ik terugdenk aan onze eerste ideeën voor het model, dan hebben we onszelf overtroffen en echt iets heel moois neergezet.’
'Van HONK zelf horen we terug dat ze al bezig zijn om gericht oplossingen te bedenken voor de plekken waar de tekorten naar verwachting het grootst worden. En dat was onze voornaamste reden om dit model te bouwen. Wij willen net als HONK dat alle mensen in Nederland, met name mensen in kwetsbare posities, ook in de toekomst een vertrouwd huisartsenteam dichtbij hebben. En dat is met alle uitdagingen waar de huisartsenzorg voor staat niet vanzelfsprekend. Op deze manier proberen wij daar onze bijdrage aan te leveren.'
